Sint-Niklaas organiseert een feestmaal voor insecten in ‘brasserie honingdauw’.

Het metaalconstructiebedrijf Nobels-Peelman ging in 1983 failliet. De voormalige industriële site kreeg onder impuls van intercommunale Interwaas de afgelopen jaren een nieuw elan als KMO-zone, maar ook de natuur wordt niet vergeten. Een deel van de site wordt door het stadsbestuur heraangelegd als ecologische groenzone ‘brasserie honingdauw’: 2.000 m² bloemrijk grasland met ruimte voor water. Een waar feestmaal voor insecten en vogels.

De ecologische groenzone bevindt zich tussen de Atomiumstraat en de Mechelen-Terneuzenwegel, een veelgebruikte fietsroute die het hart van Sint-Niklaas en het noorden van het Waasland verbindt én de ruggengraat vormt van een groene lob volgens het lobbenstadmodel van Sint-Niklaas. Het lobbenstadmodel schetst de duurzame ontwikkeling van onze stad via compacte bebouwde stadslobben met daartussen een netwerk van groenblauwe vingers tot in de stadskern. De groene vingers hebben een positieve invloed op het stadsklimaat. Ze zorgen voor ventilatie, brengen de natuur tot in het hart van de stad, zijn voor iedere bewoner bereikbaar op wandelafstand en bieden ruimte voor water en recreatie.

De Mechelen-Terneuzenwegel is omzoomd door houtkanten, struiken, extensief beheerde graslanden en hoogstammige bomen: een ideale ‘corridor’ tussen grote en kleine groenzones zoals het park van Clementwijk II, het toekomstige Stadsrandbos-noord en nu dus ook ecologische groenzone ‘brasserie honingdauw’. Deze corridors in het landschap zijn snelwegen voor fauna en flora, maar ook van genen. Ze maken migratie van nieuwe individuen mogelijk naar bestaande populaties, waardoor hun genenpoel niet verarmt. De ecologische groenzone bevat een knipoog naar die uitwisseling naar genen. Het windende traject van het wandelpad en de wadi doen namelijk denken aan een dubbele helix: de moleculaire structuur van DNA.

In groenzone ‘brasserie honingdauw’ staat biodiversiteit vooraan. Er zijn geen zitbanken, geen spelprikkels en geen verharde paden. Twee bruggen en een gemaaid wandelpad. Dat is het zowat. De rest van het perceel staat ter beschikking van allerhande fauna en flora. Onze gevederde vrienden vinden voedsel en beschutting in de struikenrand. Zacht glooiende wadi’s en heuvels zorgen voor gradiënten in vocht – en lichtregimes en verhogen dus het aantal potentiele habitats. Om zeldzamere planten een kans te geven werd diepliggende voedselarme grond aan de oppervlakte gebracht. Zo ondervinden ze minder hinder van concurrentiekrachtige planten, wat resulteert in een grotere variatie van plantensoorten. Stad Sint-Niklaas zaait het perceel in met een soortenrijk bloemrijk mengsel van eenjarige – en meerjarige planten. De eenjarige planten zorgen het eerste jaar voor een fraai resultaat. Zij nemen daarna in aantal af, waarna de meerjarige planten het overnemen. Die brede waaier aan plantensoorten verschaft dieren nectar, stuifmeel en zaden gedurende een groot deel van het jaar. Het bijenhotel en de blootliggende zandgrond rondom zijn broedcentrales voor larven van solitaire bijen. De houtkanten langsheen de Mechelen-Terneuzenwegel worden periodiek gesnoeid. Het snoeihout wordt in de takkenwal van de groenzone bewaard: een ideale overwinteringsplek voor egels. Het dode hout is bovendien een voedselbron voor schimmels en keverlarven.

Het stadsbestuur trekt dus resoluut de kaart van de biodiversiteit, niet alleen via grote beleidsplannen, maar ook door concrete realisaties op het terrein.